Hoewel er uiteindelijk een veelheid aan soorten gitaristen en dus stijlen zijn, kan in grote lijnen de onderverdeling plaatsvinden in de onderstaande 3 gevorderde methoden. Het interessante hierbij is dat bepaalde wegen zich ‘voorgoed’ zullen scheiden, terwijl andere juist meer samen zullen komen. Een bepaalde basismethode waar eerder voor gekozen is kan verder worden uitgediept of er vindt juist een soort kruisbestuiving tussen verschillende methodes plaats, waarbij de stijlen dus samenkomen.
De Gevorderde Klassieke methode
Wanneer je gevorderd bent in het bespelen van de gitaar zoals bij de klassieke methode is uitgelegd, dan kun je je vervolgens toeleggen op het spelen van moeilijkere klassieke stukken en bijvoorbeeld wat populairdere van Harry Sacksioni, om zo een echte klassieke gitarist te worden in de stijl van bijvoorbeeld Julian Bream. Varianten hierbij zijn, dat je je bijvoorbeeld toelegd op een bepaalde genre binnen deze ‘nylonsnarige stijl van spelen’, dus bijvoorbeeld Flamenco.
De Gevorderde Populaire Western methode
Deze methode is in feite een samensmelting van de ‘klassieke methode’ en de ‘western gitaarmethode’. De rechterhandtechniek van de klassieke methode wordt hierbij gebruikt eventueel in combinatie met een duim- of gewoon plectrum. De gitaar waarop gespeeld wordt is vervolgens meestal een staalsnarige western gitaar (mag ook nylonsnarig) en de speelstijl is in de stijl van bijvoorbeeld Tommy Emmanuel.
Het repertoire is wat populairder en moderner zoals bijvoorbeeld country, pop en blues.
De gevorderde electrische gitaar methode
Bij deze methode scheiden de wegen zich tussen de bespelers van een western gitaar en die van een electrische gitaar bij de ‘western – / electrische gitaar methode’. Bij deze methode zal het uitgangspunt zijn dat je met een plectrum speelt, en dat je je toe gaat leggen op de stijlen die traditiegetrouw meer bij de electrische gitaar ‘horen’.
Je bent bijvoorbeeld (toekomstig) solo-, rhythm- of slaggitarist, je zit al in een bandje of je wil gewoon voor The Fun rocken of the blues spelen. Je kunt dan vervolgens zelf met liedjes komen die je graag wil spelen naast het werken uit bijvoorbeeld een een basisboek over blues, pop of (hard)rock. Je leert dan de basiselementen uit deze stijlen (bijv. Riffs, hooks, shuffle, akkoordenschema’s, toonladders etc.) of je leert gewoon liedjes die je leuk vindt en doet zo al doende allerlei trucjes en vaardigheden op.
Een andere mogelijkheid is dat je het heel leuk vindt om jazz te leren spelen, waarbij je bijvoorbeeld leert hoe je:
- Een 3-akkoorden-blues langzaam uitbouwt naar een ‘Jazzblues’
- De standaard blues pentatonische toonladder aanvult met andere bluestoonladders, waarbij het er meer om gaat om ‘per akkoord’ verschillende toonladders gebruikt om te soleren
- Op een Jazz-wijze per akkoord kunt soleren
Goede boeken hierbij zijn die van Warren Nunes, hoewel deze nog maar moeilijk te verkrijgen zijn. In zijn boeken wordt het vaak ’technische-jazz-verhaal’, op een zeer prettige manier in hapklare brokken gepresenteerd. Op die manier leer je stap voor stap door middel van ‘kleine akkoordjes’, die als basis dienen voor de uitgeschreven solo, te soleren.